MONUMENT
De doelstelling van dit project is in 2013 de renovatie van het grafmonument van Egbert Engberts, een van de weinig overgebleven graven van de zogenaamde Vriezenveense Rusluie die in de periode 1720 tot 1920 St. Petersburg (Rusland) aandeden, gereed te hebben. Deze Rusluie waren voornamelijk handelslui, die vanuit het Gostiny Dvor hun zaken afhandelden. De Rusluie vormen een concreet en belangrijk deel van het Historisch Nederlands Cultureel Erfgoed in Rusland. Door alle namen van de Nederlanders die aan de criteria voldoen op het grafmonument te plaatsen, krijgt dit monument de status van een Nationaal Nederlands Monument. Niet alleen individuen die in St. Petersburg familie hadden kunnen hun familie hier gedenken, maar juist ook officiële Nederlandse delegaties en het Consulaat kunnen van deze mooie plek gebruik maken om de Nederlandse aanwezigheid te gedenken. Hier kan bijvoorbeeld in 2013 tijdens het Nederlands-Russisch Bilateraal Jaar gebruik van worden gemaakt.
Rond 1771/1772 vaardigt Catherina de Grote, Tsarina van het keizerlijk Rusland, een decreet uit, waarin staat dat een overledene niet langer meer begraven mag worden in de crypten van kerken en/of op de kerkhoven. Er moeten in heel Rusland nieuwe begraafplaatsen worden gebouwd buiten de stadsgrenzen. De belangrijkste reden voor dit decreet was de extreme toename van bijzettingen in bedoelde graven. Een bijkomende factor was om ziekten als de “zwarte dood” (vermoedelijk de “pest”) te voorkomen.
De Volkovo-begraafplaats, ook gespeld als Wolkowo, Volkovskoe of Volkolovskoie, is een van de grootste en oudste niet-Orthodoxe begraafplaatsen in St. Petersburg, gesticht in 1773. De eerste man die hier begraven werd was Johann Gebhard Brethfeld, een St. Petersburgse handelaar. Tot aan het begin van de 20e eeuw was het een der belangrijkste begraafplaatsen voor de uit Nederland en Duitsland afkomstige gestorvenen. Sedert de opening zijn hier ongeveer 100.000 mensen begraven.
De begroting van het gehele project bedraagt € 54.235. De gemeente Twenterand, de provincie Overijssel en het Wilhelmina E. Jansenfonds hebben –onder voorwaarden- reeds gelden toegezegd. Het Russische Rode Kruis is nauw bij de uitvoering van het project betrokken.
Zodra het rapport definitief is, wordt dit hier gepubliceerd